In de blogreeks ‘(On)voldoende naar goed’ gaan we in elke editie in op een standaard uit het onderzoekskader van de Inspectie van het Onderwijs. We geven je praktische tips om invulling te geven aan de wettelijke basiskwaliteit. Deze keer: OP3 Pedagogisch-didactisch handelen.
De standaard OP3 Pedagogisch-didactisch handelen heeft te maken met het handelen van leerkrachten en docenten in de klas. Wat houdt deze standaard nu echt in, en wat zijn belangrijke aandachtspunten? Je leest er meer over in deze blog!
OP3 Pedagogisch-didactisch handelen in het waarderingskader van de inspectie
In het onderzoekskader is de omschrijving van OP3 als volgt: “Het pedagogisch-didactisch handelen van de leraren is afgestemd op de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen en draagt eraan bij dat leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen.” De standaard is in het primair en voortgezet onderwijs identiek. Bij de standaard horen meerdere deugdelijkheidseisen. Dit is een aardig stuk tekst, waar best wat elementen bij komen kijken. Om dit concreter te maken, splitsen we OP3 op in vier losse onderdelen:
- De leraren creëren in hun lessen een pedagogisch en didactisch passend en stimulerend leerklimaat, waardoor de leerlingen zich veilig voelen en actief betrokken zijn. De leraren tonen hoge verwachtingen van alle leerlingen.
- De leraren zorgen voor een ordelijk verloop van de les en benutten de lestijd efficiënt. De leraren maken het lesdoel duidelijk. Zij monitoren tijdens de les of de leerlingen het beoogde lesdoel al dan niet halen en passen hun onderwijs waar nodig aan.
- De leraren leggen de lesstof duidelijk uit en geven de leerlingen voldoende tijd om te oefenen met de lesstof. Zij stemmen daarbij de instructie, de verwerking en het tempo van hun onderwijs af op de onderwijsbehoeften van individuele en groepen leerlingen. De afstemming is zowel op ondersteuning als op uitdaging gericht, afhankelijk van de pedagogische en didactische behoeften van leerlingen.
- De leraren geven hun leerlingen gerichte feedback op hun gemaakte werk en op hun leerproces. Zij stimuleren de leerlingen na te denken over hun eigen ontwikkeling.
In deze eisen zitten allerlei aspecten verweven: een stimulerend leerklimaat, hoge verwachtingen, betrokkenheid, klassenmanagement, lesdoelen, instructie, differentiatie & feedback.
Standaard OP3 in 2023 geconcretiseerd
Per 1 augustus 2023 heeft de Inspectie van het Onderwijs de standaard OP3 Pedagogisch-didactisch handelen aangepast. Het gaat daarbij vooral om een concretisering van de aspecten waar de inspectie naar kijkt in het toezicht op scholen. In de oude standaard lag de nadruk onder meer op het handelen naar de pedagogisch-didactische visie van de school in de lespraktijk. In de aangepaste versie is concreter gemaakt wat er in de praktijk van leraren wordt verwacht. Deze aspecten zijn gebaseerd op wetenschappelijke inzichten over effectieve lessen.
Tips voor OP3 Pedagogisch-didactisch handelen
Visie op pedagogisch-didactisch handelen
Om invulling te kunnen geven aan deze standaard is het van belang dat de school een eigen visie heeft op pedagogisch-didactisch handelen. Daarmee wordt het fundament gelegd voor het handelen van leerkrachten en docenten in de klas. In deze visie kunnen de volgende thema’s aan bod komen:
- Lesklimaat: Wat zien wij als een veilig en stimulerend lesklimaat, en waar bestaat dat uit? Hoe wordt dit lesklimaat vormgegeven?
- Instructie: Hoe ziet het leerproces eruit en welke rol heeft de docent? Welke keuzes verwachten we dat de docent maakt?
- Afstemming/differentiatie: Hoe stemmen leerkrachten af op de behoeften van leerlingen?
- Klassenmanagement: Hoe wordt voor een ordelijke en efficiënte les gezorgd?
- Zelfregulering: Hoe worden leerlingen de vaardigheden aangeleerd waarmee ze verantwoordelijkheid ontwikkelen over hun eigen leerproces?
Deze visie kan een leidraad bieden voor docenten om invulling te geven aan hun pedagogisch-didactisch handelen. In dit artikel gaan we verder in op de onderliggende aspecten, mede gebaseerd op de monitor leskwaliteit.
Leerklimaat en hoge verwachtingen
Het leerklimaat is een belangrijk aspect van OP3. Dit bepaalt immers of leerlingen zich veilig voelen. Belangrijk is dat leerkrachten bepalen wat er gebeurt en zorgen voor een prettige sfeer en een veilig gevoel voor leerlingen. Binnen de standaard OP3 is er ook specifiek aandacht voor het tonen van hoge verwachtingen door leerkrachten. De publicatie 'Hoge en positieve verwachtingen’ (Bijlsma & Bouttaouane, 2023) gaat in op de praktische invulling hiervan, onder meer door middel van succeservaringen en feedback.
Klassenmanagement
Het klassenmanagement heeft betrekking op de organisatie van de les, en is een belangrijke randvoorwaarde voor een goed leerproces van leerlingen. Onderdeel hiervan is een efficiënte tijdsbesteding, maar ook het activeren en betrekken van leerlingen. Belangrijk is bijvoorbeeld dat leerlingen luisteren tijdens de les en geconcentreerd aan het werk gaan. Uit de monitor leskwaliteit bleek dat het klassenmanagement op veel scholen al grotendeels op orde is. Het is goed om in kaart te brengen hoe dit er op jouw school voor staat.
Lesdoelen
Gebaseerd op wetenschappelijke inzichten heeft het werken met lesdoelen een expliciete rol gekregen in OP3. Het is daarbij belangrijk dat het lesdoel bij aanvang van de les wordt gecommuniceerd, en dat ook het nut van het lesdoel wordt toegelicht. Aan het einde van de les kan de les worden samengevat, waarbij ook wordt teruggekeken naar de lesdoelen. Het kan daarbij behulpzaam zijn om de lesdoelen bijvoorbeeld bij de start van de les op het bord te schrijven, zodat er gemakkelijk op gereflecteerd kan worden.
Instructie
Onder instructie valt de introductie, uitleg, begeleiding, oefeningen en feedback aan leerlingen. De lesstof moet op een duidelijke manier worden uitgelegd. Leerkrachten activeren de voorkennis van leerlingen, stellen denkvragen en geven leerlingen de tijd om met de stof te oefenen. Uit de monitor leskwaliteit bleek dat in de praktijk met name het stellen van denkvragen, het stimuleren van diep begrip en het samenvatten van de les nog aandachtspunten zijn. Veel scholen hanteren voor de instructie het EDI-model (Expliciete Directe Instructie).
Afstemming en differentiatie
Afstemming op leerlingen is op scholen vaker nog een aandachtspunt. In de lespraktijk kan afstemming in verschillende vormen plaatsvinden. Denk bijvoorbeeld aan afstemming in tempo of niveau. Belangrijk is dat docenten monitoren of leerlingen de stof bereiken (en het lesdoel behalen). Leerlingen die de stof niet begrijpen, moeten extra hulp krijgen. Tegelijkertijd moet er ook aandacht zijn voor leerlingen die de stof al wel begrijpen. Daar kan op ingespeeld worden door moeilijkere opdrachten aan te bieden. Het doel is dat de les zo veel mogelijk is aangepast op de behoefte van de klas én de individuele leerlingen.
Feedback en zelfregulering
In de eisen van OP3 komt ook feedback op het leerproces uitdrukkelijk aan bod. Leerkrachten moeten leerlingen daarmee stimuleren om na te denken over hun eigen ontwikkeling. De monitor leskwaliteit liet zien dat dit in zowel het primair als voortgezet onderwijs nog maar beperkt gebeurt. De leraar kan in de praktijk verschillende dingen doen om het leerproces te stimuleren. Bijvoorbeeld door leerlingen te laten nadenken over wat zij nog niet begrijpen en hoe zij de stof beter kunnen leren. Ook kunnen leerlingen worden gestimuleerd om hun werk meer te organiseren, en kan er expliciet worden aangestuurd op het werken aan het lesdoel.
Van visie naar lespraktijk
Om de eerdergenoemde aspecten goed tot hun recht te laten komen, is het belangrijk om als school een visie op het pedagogisch-didactisch handelen te ontwikkelen. Deze visie moet door de leraren worden gedragen én uitgedragen. Dit vraagt om actieve betrokkenheid van het schoolteam bij de ontwikkeling van de visie. Het is belangrijk om te komen tot een vorm waarin de school een gedragen, eenduidige aanpak hanteert waarin tegelijkertijd de autonomie van de docent gewaarborgd blijft.
Scholen kiezen er steeds vaker voor om te werken met een eigen lesmodel, kijkwijzer of kader voor de lessen. Het voordeel van deze werkwijze is dat er een vaste structuur ontstaat die ook leerlingen rust en duidelijkheid kan bieden.
Om de visie van de school terug te laten komen in de dagelijkse praktijk, kan het ook waardevol zijn om de teams in de school de visie te laten doorvertalen naar hun eigen context. Vaksecties (VO) of bouwteams (PO) stellen zichzelf dan de vraag hoe zij de schoolvisie kunnen invullen richting hun specifieke leerlingen. Dit kan vervolgens worden vastgelegd in een teamplan, vakwerkplan of bouwplan. In de digitale team, bouw- en vakwerkplannen in OnSpect is pedagogisch-didactisch handelen een vast onderdeel.
Het pedagogisch-didactisch handelen van leraren is geen vast gegeven, maar continu in ontwikkeling. Daarom is het belangrijk dat de schoolleiding evaluatie en doorontwikkeling actief stimuleert. De school kan bijvoorbeeld lesbezoeken van collega-leraren stimuleren, eventueel aan de hand van een kijkwijzer die aansluit bij de visie van de school. Ook de feedback van leerlingen kan worden gebruikt voor het ontwikkelen van de leerkracht.
De stip op de horizon voor OP3
In de ideale situatie profiteren leerlingen van kwalitatief goede lessen in een veilig en stimulerend leerklimaat. Leerlingen krijgen in een ordelijke les goede instructie, afgestemd op hun behoeften. Daarbij worden zij met procesgerichte feedback gestimuleerd om verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen leerproces. Leerkrachten verzorgen deze lessen volgens de visie van de school, maar met ruimte voor hun eigenheid. Middels een effectieve PDCA-cyclus is het pedagogisch-didactisch handelen continu in ontwikkeling binnen de school, zodat leerlingen optimaal profiteren van goed onderwijs.